Totaal aantal pageviews

zaterdag 30 oktober 2010

Vaders drinken whiskey, moeders maken zich zorgen

Het idee kwam vlotjes uit de mond van een vriend. 'Laten we met de mannen op whiskey-weekend gaan ergens in Schotland!' De verenigde mannengemeenschap aanwezig gromde goedkeurend. Hun respectievelijke vrouwen keken angstvallig naar elkaar: moeten we dit toelaten? Multi-interpreteerbaar geprul aan een neusvleugel. Haren worden tot drie maal toe achter een oor geschoven terwijl ze daar van meet af aan lagen. Nagelriemen moeten eraan geloven. De vrouwen zijn zichtbaar minder enthousiast. Er is toch één man die de onhoorbare signalen opvangt: 'tja, mannen moeten doen, wat mannen moeten doen.' Instemmend testosteron-geknik. Tot zover dus.

De mannen zijn op whiskey-weekend geweest en kwamen riekbaar gemarineerd terug thuis. Maar ze hadden plezier gehad. Zoveel zelfs dat ze op geen enkel moment tijd - lees: zin - hadden om het thuisfront te vragen of alles oké was, om te laten weten dat ze nog ademden, om te zeggen dat ze ondanks hun afwezigheid vrouw en kind nog doodgraag zien. De vrouwen hebben het zo gelaten. Mannen zijn mannen. Vrouwen zijn vrouwen.

Daarom organiseerden de vrouwen hun eigen uitje: een weekend 'shop until you drop' in York. Met een wederhelft wiens modebewustzijn zo ver reikt als zijn neus lang is, zou een uitstap met gelijkgezinden een ware verademing worden.

Het is een ware teleurstelling geworden.

Neen, we hebben geen ruzie gemaakt.
Neen, we hebben wel de juiste schoenen gevonden.
Neen, we voelden ons niet te dik voor elk kledingstuk.

Maar we zijn niet aangepast aan het ver van huis zijn! De tekenen waren er reeds enkele dagen voor het vertrek. Er werden stiekem maaltijden gemaakt en ingevroren: 'zo hadden tenminste de kinderen iets deftig om te eten'. Kleding werd zorgvuldig bij elkaar gecombineerd tot een stapeltje voor elke dag dat mama niet thuis zou zijn. Een to-do lijstje per dag - welk kind wanneer op welk appel moet verschijnen - wordt in alle haast samengesteld en goed zichtbaar op het prikbord gehangen. Het is niet omdat mama van huis is dat ze controle moet verliezen.

'Zou hij eraan denken Dorien een drankje mee te geven voor na haar basketbalwedstrijd?' Mijn vriendin vraagt het in de auto op weg naar de haven - we gaan met de boot naar York! Ik ontneem haar de illusie. Onmiddellijk graaft ze in haar handtas. 'Ik zal voor alle veiligheid een sms'je sturen.' Het zou het eerste sms-berichtje van een lange, zeer lange, reeks worden. Ze was bovendien niet de enige. Al de aanwezige vrouwen - mezelf incluis - hebben regelmatig het thuisfront om een stand van zaken gevraagd, herinneringetjes verzonden, virtuele kussen voor het slapengaan de ether ingestuurd. Ons constant zorgen gemaakt of alles wel liep zoals wij het graag hebben. We konden het gewoon niet laten.

Natuurlijk hebben we ons ook kunnen ontspannen. Net zoals we thuis doen: tussen de huishoudelijke beslommeringen door. 

Soms zou ik zo graag een man zijn.

vrijdag 29 oktober 2010

Ik link dus ik ben

Naar aanleiding van Andrew Sullivan: Why I blog?

Andrew Sullivan breekt een lans voor bloggen.

"The torrent of blogospheric insights, ideas, and arguments places a greater premium on the person who can finally make sense of it all, turning it into something more solid, and lasting, and rewarding" i.c. een artikel, een boek, een traditioneel neergepend iets. 

Vreemd hoe hij de loftrompet steekt over bloggen door de waarde ervan in functie te zetten van het 'waarachtige schrijven'. De waarachtige schrijver melkt de bloggemeenschap uit tot hij/zij voldoende aanzetten heeft gekregen om het werkelijke meesterstuk te creëren, de sublimatie in een 'oude' 'solide' en dus kwaliteitsvolle mediavorm. Kwaliteit is geen etiket voor het vluchtige blogmedium. Een behoorlijk onaangepaste verdediging voor het bloggen als u het mij vraagt.

En zolang onze gedachten nog te onrijp zijn voor het meesterwerk houdt Sullivan van de conversatiemogelijkheden die het blogmedium biedt. Zelf linken en gelinkt worden is de boodschap.

“For many years, I kept my reading and linking habits to a relatively small coterie of fellow political bloggers. In today 's blogosphere, to do this is to embrace marginality. I've since added links tot religious blogs and literary ones and scientific ones and just plain weird ones.”

De inhoudelijke inconsistentie van het web van linken dat je weeft, is van secundair belang. Belangrijk is dat er relaties zijn en liefst zoveel mogelijk die verwijzen naar jou(w blog). Relaties generen immers niet alleen lezers, ze verlenen je autoriteit.

Hoe meer links, hoe meer lezers, hoe meer autoriteit? Logica van hinkstapsprongformaat. Hoe meer links hoe meer lezers. Dat is logisch. Maar hoe meer lezers, hoe meer autoriteit? Dat stinkt! Vooral omdat het niet ter zake doet dat die relaties hol zijn, inhoudsloos. Liever ‘plein weird ones', dan geen. Links moeten er gewoon zijn, dat is meer dan voldoende. Zijn ze er niet, ben je een marginaal gegeven, niet de moeite waard. De ongelezen schrijver. Het facebooklid zonder vrienden.

Zegt het aantal lezers dan helemaal niets over de mate waarin de blogger een autoriteit is ‘in het vak’? Natuurlijk wel, maar de wisdom of crowd geldt maar tussen experten. Het gaat niet op als  een losgeslagen blogger zijn schrijfselen begint te linken aan Jan en klein Pireke van hier tot in Timbuktu, die op hun beurt dezelfde wederdienst bewijzen. De gemiddelde wijsheid van wat verkondigd wordt, ligt noodgedwongen een stuk lager. Op basis daarvan aanspraak maken op enige autoriteit lijkt me dan ook behoorlijk ongepast.

U mag gerust twijfelen aan deze argumentatie: het staat immers op een linkloze blog.

woensdag 20 oktober 2010

Mens en maatschappij niet aangepast aan levenslang lerende student.


Deredactie.be publiceerde enkele dagen geleden een artikel getiteld 'Een mens is nooit te oud om te studeren.' De kop dekte de lading: de Indiër Bholaram Das heeft daags na zijn honderdjarige verjaardag besloten om opnieuw te gaan studeren. Om zijn honger naar kennis te stillen, zegt hij in 'The Telegraph'. Hij is geïnteresseerd in religie, sociologie en politiek en wil zich nu toeleggen op een doctoraatsonderzoek. De directeur van de universiteit die hij op het oog heeft, is enthousiast: 'het is zeldzaam dat iemand van 100 jaar nog studeert (wat je zegt! nvdr), maar ik ben er zeker van dat hij een inspiratie kan zijn voor de jeugd.'

Ik voel me enigszins verbonden met meneer Das. Ik heb ook interesse voor religie en sociologie, anders was ik geen godsdienstsocioloog geworden. Die politieke belangstelling wordt je vandaag door de strot geduwd dus die is ook aanwezig. Van een ontembare honger naar kennis spreken, is misschien een brug te ver, maar ik wilde toch leer-rijker worden. Daarom ben ik dit academiejaar, nog voor Bholaram Das mijn jeugdige zelve kon inspireren, opnieuw in de schoolbanken geschoven.

Niets of niemand lijkt echter aangepast aan de levenslang lerende student.

De eerste tekenen waren er al bij de inschrijving. De studentenkaart waar ik recht op heb, kon niet gedrukt worden. Ik mag dan wel mijn inschrijvingsgeld betaald hebben, maar de organisatie die de studentenkaarten drukt is tevens een jongerenvereniging. Een jongere ben je volgens hun definitie maar tot 26 jaar. Gelukkig zitten we volop in het academiseringsproces en kan vanaf dit jaar de Erasmushogeschool gebruik maken van de faciliteiten zonder leeftijdsgrens van de V.U.B. om de studentenkaarten aan te maken.

Gewapend met een verklaring onder ede dat ik student ben aan de Erasmushogeschool Brussel, stap ik naar de vriendelijk uitziende man met snor die achter het glas van het stationsloket in zijn neus zit te peuteren. Of ik een studentenabonnement Tienen – Brussel kan aanvragen. 'Geen enkel probleem, mag ik het bewijs van inschrijving van de onderwijsinstelling.' Ik schuif gedwee de verklaring door de opening in het glas. 'Mag ik uw geboortedatum?' '4-3-75,' antwoord ik automatisch. '1975 zei u?' Ik knik overtuigd. Ik ben wel zeker geboren in 1975. 'U bent nog student?' 'Ik ben opnieuw student,' verbeter ik de man. Hij zou anders nog durven denken dat ik beroepsbisser ben. 'Het spijt me mevrouw.' De verklaring wordt terug mijn richting uit geschoven. 'U bent te oud voor een studentenabonnement.' Het kwam er ongetwijfeld bruter uit dan hij bedoeld had. 'Student zijn is niet voldoende?' Misschien dat ik te verbaasd heb geklonken en op die manier het bijtende antwoord heb uitgelokt: 'nee, mevrouw, student zijn is niet voldoende. U moet onder de 26 jaar zijn.' Ik heb me niet verder opgewonden. Niet alleen omdat die loketbediende niets kan doen aan de onaangepastheid van die regel. Maar ook omdat hij initieel dacht dat ik onder de 26 was. Een compliment waar ik gevoelig voor ben. Ik pendel dus naar Brussel per motor. Ik gun de NMBS de inkomsten van hun peperdure, want op geen enkele manier terugbetaald, abonnement Tienen – Brussel simpelweg niet.

Mijn klasgenoten hebben het ondertussen afgeleerd een stoel tussen te laten als ze in dezelfde rij als ik plaatsnemen in het klaslokaal. Op je vijfendertigste opnieuw studeren is misschien wel een ziekte, maar niet besmettelijk. Dat beseffen zij nu ook. Dat andere studenten me voorlaten in plaats van me te verpletteren aan de in- en uitgang van het studentenrestaurant is mooi meegenomen. Al mag het vriendelijke resto-personeel stoppen met me steevast aan te spreken met 'mevrouw'. Dat doen ze bij andere studenten ook niet. Over de docenten heb ik niet te klagen tenzij ze me vragen of ik ze oud vindt terwijl ze twee jaar jonger zijn dan ik.

We zijn nu een maand ver en de frustratie stilaan voorbij. Dat dacht ik tenminste. Tot ik deze morgen volgend bericht in mijn mailbox - die van mijn studentenaccount! - vond:

Gratis concert KCB Koningin Elisabeth Wedstrijd laureaat
Beste student,

 De laureaat Evgeni Bozhanov (Koningin Elisabeth Wedstrijd Piano 2010) geeft een concert op 28/10/2010 om 20:00 in het Koninklijk Conservatorium Brussel en studenten kunnen dit concert gratis bijwonen. Je moet wel jonger dan 26 zijn.

Ik moet de mensen van www.deredactie.be gelijk geven. Op studeren staat inderdaad geen leeftijd, op student zijn helaas wel.

Aan mijn medestudenten die naar het concert gaan: veel plezier en geniet ervan!

maandag 18 oktober 2010

Ongepast voorstel: rijbewijs voor zware motoren pas op 24 jaar

Schouppe verdient schoppen !

Cijfers zijn een onaangepaste manier om de werkelijkheid weer te geven. Iedere sociale wetenschapper, en bij uitbreiding ieder weldenkend mens, weet dat je cijfers kan en moet interpreteren. Maar dan liefst met wat meer kennis van zaken dan Etienne Schouppe.


Schouppe stelt vast dat het aantal dodelijke motorongevallen tussen 2000 en 2007 met 7% gestegen is. Hij vindt het dan ook verantwoord de leeftijdsgrens voor het rijden met een zware motor op te trekken van 21 tot 24 jaar. Als meneer Schouppe een motorrijder was geweest, vloog hij nu uit de bocht, zo kort neemt hij die. Hij gaat ervan uit dat er een oorzakelijk verband is tussen de leeftijd van de bestuurder en de kans dat hij brokken maakt. Ik durf dat in twijfel trekken. Heeft meneer Schouppe al eens gehoord van zogenaamde achterliggende variabelen? Is het niet mogelijk dat het niet de leeftijd van de chauffeur, maar wel de ervaring en dus rijvaardigheid hier doorslaggevend is? Het is maar een suggestie.  Dan is het optrekken van de leeftijdsgrens compleet nutteloos. Het zorgt slechts voor een verschuiving van de ongelukkenpiek naar de leeftijdscategorie van 24 tot 26 jaar.

Die rijvaardigheid is trouwens letterlijk van levensbelang. De staat van onze Belgische wegen is ronduit wraakroepend. Een onaangekondigde put in de weg – liefst in een bocht, dat is helemaal een uitdaging - katapulteert een motorrijder hulpeloos de lucht in als hij er niet in slaagt de grafkuil te ontwijken. Ondertussen maakt meneer Schouppe die met de wagen diezelfde put trotseert zich zorgen over de krasjes die de opspringende kiezel  in het lakwerk maakt.

Maar het moet gezegd: mevrouw Crevits doet haar best. Er wordt hard aan onze wegen gewerkt. Fijn dat ook daarbij in het geheel niet aan de motorrijder wordt gedacht.  Zonder paranoïde te willen zijn: hebben jullie het echt niet op de tweewielers gemunt als de bovenste laag van de autostrade wordt weggehaald precies ter hoogte van een afrit? Een rechte boord van ongeveer 10 centimeter zijwaarts oprijden, is voor een motorrijder een handtekening ter goedkeuring onder zijn doodsbrief zetten. Probeer het eens met een fiets meneer Schouppe, dan krijg je een bij benadering idee.

Op zulke momenten helpt het niet 24 te zijn, dan heb je simpelweg bijzonder veel geluk nodig . En op geluk staat geen leeftijd.